Wanneer je als ondernemer van plan bent je bedrijf te beëindigen dan zal je helaas moeten afrekenen over de winst. Deze winst wordt in fiscale termen ook wel de stakingswinst genoemd.
De stakingswinst moet je onderscheiden van de normale winst die je als ondernemer op jaarbasis behaalt. Deze normale winst wordt ook wel de jaarwinst genoemd.
Helaas is het zo dat er geen speciale regels bestaan wat betreft het belasten van de stakingswinst. De stakingswinst wordt net als de jaarwinst belast volgens dezelfde regels.
Desondanks heeft de fiscus de winst bij het beëindigingen van je onderneming een aparte naam gegeven. Deze aparte benaming heeft te maken met het feit dat er bij het bereken van de stakingswinst er met bepaalde faciliteiten rekening gehouden dient te worden.
Stakingswinst faciliteiten
De faciliteiten zijn speciaal in het leven geroepen om de stakingswinst te berekenen. En zijn dus alleen van toepassing in dit specifiek geval.
De volgende faciliteiten bestaan er: beroep op een extra aftrek van de lijfrentepremie, beroep op de meewerkaftrek en daarnaast kan er ook nog een beroep worden gedaan op de stakingsaftrek.
Posten berekenen stakingswinst
De stakingswinst verschilt zoals eerder gezegd van de jaarwinst. Voor het berekenen van de stakingswinst dien je rekening te houden met een aantal posten. Deze posten zijn de goodwill, de stille reserves, de fiscale reserves en de desinvesteringsbijtelling. Bij de fiscale reserves dien je ook mee te nemen de fiscale oudedagsreserve ook wel de FOR genoemd.
Bij bedrijfsmiddelen die er bij de staking aanwezig zijn dien je ook een onderscheidt te maken. Hier moet je namelijk onderscheiden het geval dat je een bedrijfsmiddel verkoopt aan een derde en het geval je een bedrijfsmiddel overbrengt naar privé. Door ook hiermee rekening te houden kun je de totale winst van je onderneming bepalen.
Zakelijke prijs
Wanneer je besluit de onderneming binnen de familie over te dragen dan is het verboden dat je hier voor de goodwill en stille reserves een vriendenprijs gaat berekenen. In dit geval dien je gewoon een zakelijke prijs in rekening te brengen. Wanneer je dit niet doet dan krijg je problemen met de Belastingdienst en dat wil je niet hebben.
Bedrijfspand
Wanneer je stopt met je ondernemerswerkzaamheden en je hebt de beschikking over een bedrijfspand dat behoort tot je ondernemingsvermogen, dan kun je daarmee twee kanten op.
Je kunt als ondernemer ervoor kiezen dat je het pand verkoopt aan een derde. Maar je kunt er ook voor kiezen dat je het pand behoudt en dus overbrengt naar privé. In dit geval gaat het pand dan behoren tot je privévermogen. Om op basis van deze handeling het deel te gaan berekenen dat in de stakingswinst valt, dien je gebruik te maken van de werkelijke waarde en de boekwaarde.
Je neemt in dit geval dan simpelweg het verschil tussen deze twee waarden en de uitkomst behoort dan tot je stakingswinst.
Voor de werkelijke waarde dien je de waarde te hanteren zoals dat gebruikelijk is in het economische verkeer. Bij berekening van de waarde in economische verkeer ga je uit van de waarde indien je het pand aan een derde zou verkopen waarbij de je BTW optelt. De overdrachtskosten dien je hier buiten beschouwing te laten.
Je dient wel bij de werkelijke waarde rekening te houden met factoren die de prijs kunnen drukken. Je zou dan bijvoorbeeld kunnen denken aan een huurder die er nog voor een bepaalde periode in zit of dat de overnemende partij het pand juist als huurder zal gaan gebruiken. Ook kan het geval zich voordoen dat jij als ondernemer in een deel van het pand woont en erin blijft wonen na de overdracht.
Waarde van het pand
De waarde van het pand zal in deze omstandigheden op een bepaalde manier dienen te worden bepaald. Hier dien je een onderscheidt te maken naar het feit dat de woning naar privé wordt overgebracht en dat er daarbij sprake is van dat de woning bewoond zal worden. In dit geval gelden dan de volgende regels.
Wanneer jij als ondernemer een leeftijd bezit tot en met 60 jaar dan dien je 65% van de waarde van de woning te hanteren wanneer deze in vrije staat zou worden verkocht.
Bezit je een leeftijd dat ligt tussen de 61 en 69 jaar dan dien je ook te hanteren 65% van de waarde van het pand zonder dat er waardedrukkende factoren aanwezig zijn met daarbij een optelling van 1% van deze waarde voor elk jaar dat je als ondernemer ouder bent dan 60 jaar.
Bezit je de leeftijd van 70 jaar, dan geldt vanaf deze leeftijd een waarde dat 75% bedraagt van de vrijwaarde van het pand.
Voor de leeftijd dien je te hanteren de leeftijd dat je hebt ten tijde van de staking. Je hebt hier ook een bijkomende mogelijkheid om de leeftijd van je echtgenoot of partner hanteren als deze jonger is qua leeftijd dan jijzelf.
Bedrijfswoning
Je kunt ook in de situatie verkeren dat er sprake is van een bedrijfswoning dat dus bij staking wordt overgebracht naar het privévermogen en dat het pand dan alleen voor woondoeleinden gebruikt gaat worden waardoor het eigenwoningforfait van toepassing is.
In dit geval dien je ook over de stille reserves af te rekenen die aanwezig zijn in de bedrijfswoning. Maar alleen kun je in dit geval, indien dus sprake is van zelfbewoning, voor de verschuldigde belasting over de stille reserves uitstel van betaling aanvragen. In dit geval kun je voor 10 jaar uitstel van betaling krijgen.
Auto bij staking
Heb je een auto ten tijde van de staking dan dien je hiervoor de waarde te gebruiken die je zou hanteren bij verkoop. Met de waarde die je zou krijgen bij inruil dien je geen rekening te houden.
Bij het bereken van je stakingswinst bij beëindiging van je bedrijf bestaan er geen speciale regels voor het belasten van deze winst. Wel gelden er bepaalde faciliteiten waarop je een beroep kunt doen. Naast deze faciliteiten is het ook van belang dat je de waarde van diverse bedrijfsmiddelen op een juiste manier vaststelt.