Voor het runnen van je bedrijf dien je een aantal zaken in bezit te hebben. Deze zaken zullen een bepaalde waarde vertegenwoordigen. Nu kan het zo zijn dat je over vermogen beschikt om dit allemaal aan te schaffen. Maar het kan ook zo zijn dat je niet kapitaalkrachtig genoeg bent.

Het vermogen om dit alles te bekostigen dien je dan te betrekken via derden en dan is er sprake van een krediet of lening. Bij derden moet je denken aan de bank of investeerders.

Dit vermogen waarmee je bezittingen gefinancierd worden heet dan het vreemd vermogen in tegenstelling tot het vermogen dat jezelf in bezit hebt, wat ook eigen vermogen wordt genoemd.

Vreemd vermogen

Dit vreemd vermogen kent ook weer een onderverdeling. Je hebt namelijk het lang vreemd vermogen en het kort vreemd vermogen. Lang vreemd vermogen houdt in dat de lening wordt afgesloten voor meer dan een jaar. Bij kortlopende leningen spreek je af dat de lening binnen een jaar weer terugbetaald zal worden.

Financieringsplan

Wat je dus doet om je bedrijf te kunnen exploiteren is het volgende. Je brengt in kaart wat je aan vermogen nodig hebt. Daarna breng je in kaart hoe je dit vermogen bij elkaar gaat halen en dit alles wordt dan je financieringsplan genoemd.

Eigen vermogen

Onder eigen vermogen kun je onder andere de volgende bezittingen plaatsen.

Spaargeld. Dit is gewoon het geld dat je op je spaarrekening hebt staan.

Eigen bedrijfsmiddelen. Hier dien je te denken aan bedrijfsmiddelen die je vanuit privé inbrengt in je onderneming. Je waardeert deze bezittingen dan tegen de dagwaarde.

Persoonlijke leningen. Leningen die je in privé afsluit voor consumptieve uitgaven.

Hypotheek. Extra hypotheek op je eigen huis

Schenkingen. Schenkingen die je ontvangt van ouders of derden.

Leningen

Wil een lening behoren tot het eigen vermogen dan is het van belang dat de schuldeisers er niet als eerst recht op hebben mocht het mis gaan met je bedrijf, in die zin dat je een faillissement moet aanvragen. Dit wordt ook wel de achtergestelde lening genoemd.

Wanneer je geld leent van anderen is het altijd als eerst van belang dat je dit schriftelijk vastlegt. Je voorkomt hierdoor misverstanden. Mocht een ander in plaats treden van degene bij wie je de lening had afgesloten dan kun je altijd een beroep doen op het geschreven stuk of wel het contract. Los daarvan heb je dan ook bewijs tegenover de Belastingdienst.

Neem in ieder geval in het stuk op de grote van het bedrag dat je leent, hoeveel rente je verschuldigd bent, naam en hoeveel tijd je hebt om het bedrag af te lossen.

Pin It on Pinterest

Share This