BTW-Tarieven toepassen en de OMZETBELASTING uitrekenen

Wil je de btw uitrekenen, het gebruik van het juiste btw-tarief is dan van essentieel belang voor het doen van btw aangifte. We kennen het algemene tarief van 21%. Voor de primaire levensbehoeften geldt 9% en doe je zaken buiten Nederland, dan wordt er gewerkt met 0%. Bij de btw berekenen is willekeurige toepassing van tarieven uit den boze. Ook dien je rekening te houden met het feit dat 0%-btw niet hetzelfde is als vrijgestelde btw. Dat zijn twee aparte berekeningen.

Tijd daarom om een kijkje te nemen hoe een en ander berekend dient te worden en uitpakt in de aangifte btw.

Het hoog btw-tarief berekenen 21%

Wanneer je bezig bent met de berekening van de btw voor de aangifte omzetbelasting en het is onduidelijk welk tarief van toepassing is, dan is de beste optie op dat moment dat je voorlopig uitgaat van een tarief van 21%.

Ga je uit van een ander tarief terwijl je niet zwart op wit de fiscus ervan kunt overtuigen dat het door jouw gebruikte tarief rechtsgeldig is, dan zal de inspecteur gewoon het tarief van 21% toepassen.

Heb je dit dus bij twijfel al uit jezelf gedaan dan voorkom je zo een naheffing en eventuele boete.

Vergoedingen met een tarief van 21 procent, het algemene tarief,  dien je op te geven bij rubriek 1 van de btw aangifte onder vraag 1a: “levering en diensten belast met hoog tarief”. Wil je de btw omrekenen gebruik deze btw calculator 21%.

Je gebruikt een ander tarief of een vrijstelling pas over de vergoeding indien dit expliciet is aangegeven door de fiscus.

Laag btw-tarief berekenen 9%

Is door de fiscus expliciet aangewezen dat een bepaald goed of dienst onder het btw-tarief van 9% valt dan kun je dat tarief toepassen op de vergoeding die jij hanteert. Je zou bijvoorbeeld kunnen denken aan voedingsmiddelen, boeken en kappersdiensten.

Twijfel je over het feit of je nu wel of niet het tarief van 9% kunt toepassen dan heb je altijd de mogelijkheid per brief contact op te nemen met de fiscus om zo zekerheid over je zaak te krijgen.

Een vergoeding waarop het tarief van 9% van toepassing is geef je in de btw-aangifte op bij rubriek 1 onder vraag 1b: “levering en diensten belast met laag tarief”.  Nog een aantal voorbeelden waar het verlaagd btw-tarief geldt zijn landbouw producten, personenvervoer en schoenen&kleding.

Rekenen met BTW-tarief 0%

Natuurlijk kan het voorkomen dat je voor je bedrijf of als zzp zaken doet met het buitenland. In dat soort gevallen dien je te werken met het nultarief. Dat betekent dat je over de omzet geen btw hoeft te berekenen omdat uiteindelijke consumptie elders plaatsvindt. Dat je geen btw in rekening hoeft te brengen staat los van je teruggaaf. De teruggaaf blijft gewoon gelden indien je goederen of diensten voor je onderneming afneemt.

Btw uitrekenen levering en diensten belast met overige btw-tarieven — GEEN 0%

Exclusief de btw berekenen bij bepaalde goederen en diensten zal niet altijd gaan met de meest reguliere tarieven, namelijk 21%, 6% of 0%. Er bestaan gevallen waarbij er andere percentages door de Belastingdienst worden voorgeschreven als tarief bij de ex btw-berekeningen. Hier kun je dan denken aan de situatie dat je een kantine exploiteert binnen een sportvereniging. 

Een andere situatie voor toepassing van overige tarieven is in het geval zich er een tariefswijziging heeft plaatsgevonden.  Stel dat het tarief is verhoogd waarbij de vergoeding die jij hebt berekend nog net voor de tariefsverhoging was. In dat geval heb jij dan nog steeds te maken met het oude tarief en gebruik je dat het btw uitrekenen.  Vraag 1c van de aangifte btw is dan ook voor dit soort gevallen bedoeld.

In deze situatie waarbij er een tariefsverhoging aan de orde is, geef je bij vraag 1c: “levering en diensten belast met overige tarieven, geen 0%” de vergoeding aan tegen het oude tarief en dus de op basis daarvan verschuldigde omzetbelasting. Hetzelfde geldt indien je te maken hebt met de forfaitaire berekeningsmethode I waardoor je meer omzetbelasting moet betalen. Ook dit geef je aan bij vraag 1c van de btw-aangifte.

Heb je meerdere vergoedingen waarbij afwijkende percentages zijn gehanteerd, dan geef je bij vraag 1c het totaal aan van deze bedragen en de daarover berekende verschuldigde omzetbelasting.

Zakelijke goederen en diensten privé gebruiken

Als ondernemer zal het voorkomen dat goederen of diensten die een zakelijk karakter hebben voor privédoeleinden worden gebruikt.

Een ander aspect waarmee je dan te maken kunt krijgen als btw ondernemer is het feit dat je zakelijke goederen en diensten in privé gaat gebruiken. Je krijgt dan te maken met een btw correctie waarbij de btw tarieven toegepast worden op bedragen die anders worden bepaald. De btw bereken je dan op een andere manier.

Hoe bereken je btw dan? In dat geval dien je een correctie op te nemen in de btw aangifte. Je dient dan btw te betalen inzake privégebruik.

Is er dus in dit geval sprake van een goed dat je vanuit je bedrijf schuift naar privé dan is er sprake van een levering en zal je over de aanschafprijs btw uitrekenentegen het van toepassing zijnde tarief.

Deze handelingen dien je aan te geven onder rubriek 1 bij vraag 1d: “Privégebruik”.

Daarnaast is het ook zo dat je als ondernemer gewoon zelf gebruik kunt maken van de diensten die je onderneming aanbiedt. In zo’n geval dien je dan ook een correctie op te nemen in je btw aangifte onder vraag 1d.

De waarde bepaal je in dit geval door uit te gaan van de hoogte van de uitgaven die gepaard gaan met het aanbieden van de dienst in kwestie.

Hetzelfde geldt ook indien je een dienst gratis aanbiedt.

Toepassen van het nultarief (0%) en de btw aangifte

Verricht je als ondernemer diensten buiten Nederland, dan zul je inclusief btw berekenen middels het nultarief (0%).

Afhankelijk van de situatie kan onder het nultarief ook vallen diensten die je verricht die betrekking hebben op internationale organisaties of diensten met een diplomatiek karakter.

In de btw aangifte vermeld je de cijfers die hierop van toepassing zijn bij rubriek 1 onder vraag 1e: “Leveringen en diensten belast met 0%”.

Ook levering van goederen die onder het nultarief vallen vermeld je bij vraag 1 e.

Hou jij je als ondernemer bezig met intracommunautaire leveringen. Dus dat je goederen levert aan andere EU-landen, dan die je dat niet te vermelden bij rubriek 1, vraag 1e, maar bij vraag 3b.

Hetzelfde geldt voor uitvoer van goederen buiten de EU. Ook dit geef je aan bij vraag 3b.

Invoer en doorvoer van goederen en het btw nultarief

Je bedrijfsmatige werkzaamheden kunnen ook bestaan uit invoer van goederen waarop het nultarief van toepassing is met als eindpunt Nederland.

In zo’n geval kan het dan zo zijn dat de goederen nog niet ingevoerd zijn en zich nog bevinden onder het gezag van de douane.

Dit dien je dan te verwerken onder vraag 1e.

Hetzelfde geldt ook indien de goederen niet voor Nederland zijn bestemd maar worden doorgevoerd naar landen binnen of buiten de EU.

In alle gevallen dat jij het nultarief als ondernemer hanteert dien je er rekening mee te houden dat je moet kunnen bewijzen dat het nultarief voor het omrekenen ook daadwerkelijk mag worden toegepast.

Heb je een goede administratie op poten gezet dan zal dat geen probleem zijn. Is dat niet zo, dan riskeer je het feit dat de fiscus verhoogde tarieven kan gaan opleggen.

Het uitrekenen van de btw ongeacht of inclusief of exclusief en het correct hiervan verwerken in de aangifte omzetbelasting vereist enig zoek en puzzelwerk. Dat neemt niet weg dat er voor elk geval uiteindelijk een oplossing voorhanden ligt.

Kom je er desondanks niet uit welk btw tarief van toepassing is, hanteer dan het hoogste tarief voor het btw uitrekenen. Is ook dit geen oplossing neem dan contact op met de fiscus voor een verdere begeleiding.

Lees ook

Pin It on Pinterest

Share This