Verwerking levering en diensten in de BTW aangifte
Als ondernemer zal je leveringen en diensten verrichten waarbij BTW berekend dient te worden. Nu zullen deze leveringen en diensten niet alleen in Nederland plaatsvinden. Afhankelijk van hoe jij je onderneming drijft kunnen er ook leveringen en diensten plaatsvinden in het buitenland.
In het verlengde hiervan is het ook van belang dat je als BTW ondernemer duidelijk dient te weten wanneer je een bepaalde verrichting als levering van een goed of als levering van een dienst moet beschouwen.
Heb je eenmaal deze BTW handelingen duidelijk op een rijtje dan is het tijd om de juiste bedragen te bepalen zodat je aan de slag kunt gaan met het berekenen van de BTW.
Dit zijn allemaal belangrijke handelingen die jij als ondernemer moet doorlopen voordat je aan de BTW aangifte begint. Laten we daarom een kijkje nemen naar de verwerking van leveringen en diensten in de praktijk.
BTW aangifte en prestaties in Nederland
Bij het berekenen van de BTW voor de aangifte omzetbelasting dien je prestaties die betrekking hebben op Nederland zelf in te vullen bij vraag 1 onder rubriek Prestaties Binnenland.
Bij deze vragen dien je dan de bedragen op te geven die betrekking hebben op het leveren van goederen die belast zijn en het verrichten van diensten die belast zijn.
Heb je te maken met leveringen en diensten die niet belast zijn. Dus vrijgestelde prestaties dan dien je deze niet in te vullen in de aangifte BTW.
Levering en diensten in het Buitenland
Verricht je als ondernemer leveringen in het buitenland dan vallen deze niet onder de heffing van het Nederlandse BTW systeem.
Hier is dan sprake van export en deze leveringen dienen dan aangegeven te worden bij rubriek 3: Prestaties naar/in het Buitenland.
Hetzelfde geldt voor diensten die je als ondernemer in het buitenland verricht. Deze geef je ook aan bij rubriek 3.
BTW berekenen en vraag 1 van de aangifte omzetbelasting
Gaan we weer terug naar vraag 1 van de BTW aangifte dan dien je er rekening mee te houden dat de berekende BTW over de levering en diensten die je verricht niet in een totaalbedrag aangegeven kan worden.
De vragen die voorkomen onder rubriek 1 zijn namelijk onderverdeeld in vijf subonderdelen en wel als volgt.
Bij vraag 1a dien je op te geven de leveringen en diensten die onder het hoog tarief vallen. Voor 2015 bedraagt dat 21%.
Bij vraag 1b dien je op te geven de leveringen en diensten die onder het laag tarief vallen. Voor 2015 bedraagt dat 6%.
Bij vraag 1c dien je op te geven de leveringen en diensten die vallen onder overige tarieven met als uitzondering levering en diensten die vallen onder 0%.
Bij vraag 1d dien je op te geven prestaties die te maken met privégebruik.
En tot slot bij vraag 1e geef je op levering en diensten die vallen onder 0% of leveringen en diensten die niet bij jou als ondernemer zijn belast.
BTW aangifte en levering van een goed en levering van een dienst
Als ondernemer krijg je pas te maken met de BTW op het moment dat er sprake is van levering van goederen en diensten. Daarom dien je goed in de gaten te houden wat een levering van een goed is en wat een levering van een dienst is.
Bij levering van een goed gaat het erom dat er iets tastbaars wordt overgedragen aan een ander waarbij jij de macht over het goed verliest. Je moet het dus zien in de zin van dat iemand anders de eigenaar van het goed wordt.
Maar het gaat er hierbij niet alleen om dat iemand anders de eigenaar van het goed wordt.
Schuif je met goederen die tot je bedrijfsvermogen behoren naar jouw privé-omgeving dan kan dat ook benoemd worden als een levering van een goed. In dit geval heeft er een onttrekking plaatsgevonden, er is sprake van eigen gebruik. Je gebruikt namelijk een goed dat bedrijfsmatig is aangeschaft voor privédoeleinden.
Een dienst kun je omvatten als alles wat geen levering is maar waar er wel een vergoeding bij komt kijken. Onder diensten vallen handelingen die je als ondernemer verricht.
Laat je iets na in deze hoedanigheid, dus als ondernemer en tegen betaling, dan kan dat ook als dienst door de fiscus worden beschouwd. En ook hier dien je het feit in de gaten te houden dat wanneer je diensten voor privédoeleinden verricht, deze ook onder de heffing van de omzetbelasting kunnen vallen.
BTW berekening en omgaan met bedragen
Maak je gebruik van het digitale aangifte programma van de Belastingdienst dan heb je bij het invullen van de BTW aangifte te maken met twee kolommen waarin je bedragen dient in te vullen.
In de aangifte dien je de bedragen die je opgeeft altijd af te ronden in hele euro’s en dit kun je doen in jouw voordeel.
Dien je een bedrag te betalen dan mag je dat afronden naar beneden. Dien je een bedrag te ontvangen dan mag je dat afronden naar boven.
In het eerste ofwel de linkerkolom vul je het bedrag in waarover je de btw dient te berekenen. Dit bedrag is de vergoeding die je vraagt voor het geleverde goed of dienst. Uiteraard dient dit bedrag exclusief BTW te zijn.
Kijken we naar de tweede ofwel de rechterkolom dan geef je daar aan het bedrag aan BTW dat je uiteindelijk hebt berekend.
Maak je geen gebruik van het aangifteprogramma van de Belastingdienst dan kun je ook de situatie tegenkomen dat het door jouw gebruikte programma automatisch de BTW berekend nadat je het bedrag hebt ingevoerd waarover de BTW berekend dient te worden.
Een controle hierop uitoefenen of de verschuldigde BTW correct is berekend kan ondanks de automatische berekening nooit kwaad.
Vergoedingen en gevolgen voor de BTW aangifte
De vergoeding is een breed begrip in dit kader. Heb je bijvoorbeeld voor een bepaald goed een verkoopsprijs bepaald en is er ook sprake van bijkomende kosten. Dan is je vergoeding in dit geval niet alleen je verkoopsprijs exclusief BTW maar ook de kosten behoren hier tot je vergoeding.
De verkoopsprijs en je kosten behoren dan tot je omzet en hierover dien je dan de verschuldigde BTW te berekenen.
Aan de andere kant behoren bepaalde kosten ook weer niet tot het bedrag aan vergoeding dat je dient uit te rekenen. Je kunt dan denken aan statiegeld of doorlopende posten, uitschotten aan belasting en rente.
Lever je iets in natura, dan zal je ook hiervan de waarde moeten bepalen. Deze waarde moet je dan in het geheel aan je vergoeding toedelen om zo de BTW uit te kunnen rekenen.
Heb je te maken met een onttrekking, dus dat je goederen vanuit je bedrijf naar privé schuift, wat in dit geval een levering van een goed is. Dan dien je als vergoeding te hanteren de aanschaf- of voortbrengingskosten.
Doe je het zelfde met een dienst (privégebruik) dan dien je de vergoeding te bepalen door te kijken naar de onkosten die je hebt gemaakt om zo’n dienst voort te brengen.
Bij het voorbereiden van de BTW aangifte zal je als ondernemer een onderscheidt dienen te maken naar de leveringen en diensten die je verricht. Daarbij dien je te kijken of deze handelingen in Nederland zelf of in het buitenland plaatsvinden.
Is dat eenmaal duidelijk dan dien je niet te vergeten dat je de juiste bedragen dient te bepalen. Heb je dat allemaal achter de rug dan sta je er pas klaar voor om de BTW berekeningen te gaan uitvoeren voor de aangifte.