De verleggingsregeling en de aangifte omzetbelasting

Als ondernemer zal je goederen en diensten leveren waarover je btw in rekening brengt. Op deze manier vorm jij de tegenpartij van de fiscus.

Maar soms kan ook het omgekeerde gebeuren. De afnemer kan namelijk de tegenpartij van de fiscus worden en dient dan ook de btw regels op te volgen.

Hoe kan dit nu en wat dient er gedaan te worden in de aangifte btw zodat het spel conform de regels van de fiscus wordt gespeeld?

Verleggingsregeling en de leverancier in de btw aangifte

Zoals gezegd, in een normale situatie zal je in de hoedanigheid van ondernemer of zzp’er over je leveringen omzetbelasting berekenen en afdragen.

Echter is dit soms niet het geval zijn. Het kan namelijk zo zijn dat niet jij maar je tegenpartij, de afnemer in dit geval, te maken krijgt met de heffing van de omzetbelasting.

Gebeurt dat, dan wordt de fiscus ook de tegenpartij van deze afnemer.

Dit staat ook wel bekend als de verleggingsregeling.

Is de verleggingsregeling van toepassing, dan geef jij als leverancier of uitlener (afhankelijk van je hoedanigheid) bij vraag 1 e onder rubriek 1 van de btw aangifte alleen het bedrag van de vergoeding op.

Verleggingsregeling en de afnemer in de aangifte omzetbelasting

Is de omgekeerde situatie van toepasing. Je krijgt met het geval te maken dat een leverancier de heffing van de omzetbelasting naar jou als afnemer heeft verlegd. Dan gebeurt het volgende.

Jij dient dan als afnemer deze btw situatie te verwerken onder rubriek 2 bij vraag 2a: “Verleggingsregelingen binnenland”.

Rubriek 2 is alleen van toepassing indien jij als afnemer in Nederland goederen geleverd hebt gekregen waarbij de omzetbelasting naar jou toe is verlegd door een andere ondernemer, de leverancier in dit geval.

Diensten en de verlegginsregeling

Hetzelfde geldt ook voor diensten.

Indien jij als afnemer diensten in Nederland hebt afgenomen van een andere ondernemer en deze heeft de omzetbelasting naar jou toe verlegd dan dien je dit ook te verwerken bij vraag 2a onder rubriek 2.

Belangrijk hierbij is dus dat vraag 2a van rubriek 2 alleen van toepassing is indien jij als afnemer de toegevoegde waarde verlegd hebt gekregen van een Nederlandse leverancier.

Is de btw verlegd naar jou als afnemer door een buitenlandse leverancier dan dien je de btw aan te geven onder rubriek 4.

Toepasselijkheid van de verleggingsregeling

Wil de verleggingsregeling van toepassing zijn, dan dient er sprake te zijn van bepaalde bedrijfsmatige verhoudingen.

Je kunt dan onder andere denken aan levering en verwerking van afval en leveringen van laptops, tablets en spelcomputers.

Ook valt er verder onder uitlening en onderaanneming van personeel in de bouw waaronder scheepsbouw. Belaste levering van onroerende zaken. Executie verkopen met als tegenpartij een ondernemer. En tenslotte de levering door een buitenlandse leverancier aan een binnenlandse afnemer.

Had je gedacht dat je alleen als leverancier btw dient te berekenen en daarmee de aangifte omzetbelasting dient te doen dan is dat helaas niet zo.

De verleggingsregeling en de aangifte omzetbelasting

Afhankelijk van de bedrijfsmatige verhouding kun je als afnemer ook de tegenpartij voor de fiscus vormen.

Houd deze situaties goed in de gaten. Is de verleggingsregeling van toepassing dan dien je de btw aangifte aanvullend anders in te vullen.

Lees ook

Pin It on Pinterest

Share This